Families wereldwijd
De laatste jaren hebben onze collega’s uit Congo het kinderdorp in Kinshasa geleidelijk aan bijgestuurd, om zo goed mogelijk te beantwoorden aan de noden van de kinderen en jongeren. Het doel is nog steeds hetzelfde: een warme plek om op te groeien voor kinderen in moeilijke familiesituaties. Alleen de vorm is vandaag anders. Projectcördinator Stijn Raes vertelt ons hoe dat precies verlopen is.
Stijn, wat maakt dat het kinderdorp in Kinshasa er vandaag anders uitziet?
"De belangrijkste reden daarvoor is dat we onze projecten zoveel mogelijk organiseren in functie van de noden van de kinderen en jongeren. Eén van de huidige uitdagingen, was bijvoorbeeld de locatie van het kinderdorp. Initieel werd het dorp een eindje buiten de stad Kinshasa gebouwd, op een terrein dat we ter beschikking kregen van de overheid. De veronderstelling was dat de stad verder zou uitbreiden richting het kinderdorp, maar dat is anders gelopen. Hierdoor is het kinderdorp een beetje geïsoleerd, niet optimaal voor de sociale integratie van zowel de kinderen als de SOS mama's. Overal ter wereld willen kinderen die zonder hun familie moeten opgroeien zoveel mogelijk zijn 'zoals alle anderen'. Dat betekent ook, opgroeien in een gewoon huis in een gewone woonwijk. Met buurjongens en -meisjes, met mogelijkheden om deel te nemen aan het gemeenschapsleven. Daarom besloten we samen met onze Congolese collega's om vier familiehuizen te integreren in de gemeenschap."
Wat betekende dat voor de jongeren van het kinderdorp?
"Jongeren voelen natuurlijk nog meer die nood om te connecteren met de wereld rondom hen. Om te ontdekken. Maar hun noden gaan ook verder. Ze willen leren voor zichzelf zorgen, hun budget beheren, zelf naar de winkel gaan en eten maken. En als ze jongvolwassen worden, moeten ze ook stilaan aan een toekomstproject beginnen bouwen: hun studies verderzetten of een beroep aanleren, bijvoorbeeld. Daarom zijn er nu ook vier leefgroepen en 'foyer universitaires' waar jongeren begeleid zelfstandig kunnen gaan wonen. Met de steun van begeleiders kunnen ze zich zo beetje bij beetje klaar maken om op eigen benen te gaan staan."
Is dit dan een soort moderne versie van het kinderdorp?
"Dat zou je inderdaad kunnen zeggen. En dat is een evolutie die we overal in de wereld zien, ook in Togo, de Filipijnen of Finland bijvoorbeeld. Het traditionele model van het kinderdorp als een fysiek dorp, met een tiental gegroepeerde familiewoningen, evolueert naar familiehuizen geïntegreerd in de gemeenschap. Met als grote voordeel dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien zoals alle andere kinderen."
Zijn er ook kinderen die nog familie hebben?
"Eigenlijk heeft een groot deel van de kinderen waar we bij SOS Kinderdorpen mee werken wel nog familie. Alleen staan die families zo sterk onder druk dat ze, al dan niet tijdelijk, geen veilige plek meer kunnen bieden aan hun kinderen. We houden de familie van de kinderen zoveel als de situatie toelaat betrokken. En we evalueren op regelmatige basis of een terugkeer naar hun familie mogelijk is. Dat kan ook gepaard gaan met een tijdelijke steun, bijvoorbeeld door de huisvesting te verbeteren of de familie te helpen om hun economische activiteit verder te ontwikkelen. Op basis van een grondige analyse en waar nodig ook extra steun, konden we de afgelopen jaren 72 kinderen uit het kinderdorp herenigen met hun familie."
Hoe staat het dan met het 'oude' kinderdorp en de SOS School die daarbij hoorde?
"De school werd ondertussen overgenomen door het 'comité des enseignants', een groepering van lokale onderwijzers. Dat is ook goed voor het lokale ownership van het project. Voor het 'oude' kinderdorp zijn we nu volop op zoek naar een nieuwe sociale invulling. We denken bijvoorbeeld na of we er een vormingscentrum voor jongvolwassenen van kunnen maken en er zijn ook gesprekken met partnerorganisaties. Die pistes moeten de komende maanden verder vorm krijgen."
Het kinderdorp bereikt al bij al een kleine groep kinderen. Zijn er ook plannen om de actieradius te vergroten?
"Dat is zo. Als je weet hoeveel kinderen er in Kinshasa op straat moeten overleven, dan weet je dat er vandaag nog heel veel kinderen zijn die we niet kunnen helpen. Daarom focussen we ook meer en meer op het versterken van families: voorkomen dat kinderen er voor alleen komen te staan. Dat doen we bijvoorbeeld via het programma Limpoba dat we vorig jaar lanceerden in Kinshasa. En samen met de Belgische overheid organiseren we opnieuw een vijfjarig familieversterkend programma in onder andere Bukavu, in het oosten van Congo."
Steun ons en help kinderen in nood!